-
1 regret
n. spijt--------v. spijten; betreurenregret1[ rigret]1 spijt ⇒ leed(wezen), berouw♦voorbeelden:1 feel regret at/for • spijt hebben van/overgreatly/much to my regret • tot mijn grote spijthear with regret • met spijt/tot zijn spijt (moeten) vernemenII 〈 meervoud〉♦voorbeelden:have no regrets • geen spijt/berouw hebbensend one's regrets • zich laten verontschuldigen————————regret2〈werkwoord; regretted〉1 betreuren ⇒ spijt hebben van, berouw/verdriet hebben over♦voorbeelden:we regret to inform you • tot onze spijt moeten wij u meedelen -
2 send one's regrets
-
3 excuse
n. excuus, verontschuldiging--------v. vergeven; oplossen; excuses makenexcuse1[ ikskjoe:s] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 make one's/someone's excuses • zich/iemand excuseren (voor afwezigheid)in excuse of his behaviour • als excuus voor zijn gedragabsent without excuse • afwezig zonder excuus————————excuse21 excuseren ⇒ verontschuldigen, vergeven; niet kwalijk nemen, door de vingers zien♦voorbeelden:excuse someone's shortcomings • iemands tekortkomingen door de vingers zienexcuse my being late • neem me niet kwalijk dat ik te laat benexcuse me, can you tell me … ? • pardon, kunt u me zeggen … ?excuse someone for his bad conduct • iemands slechte gedrag excuserenexcuse me for interrupting you • neem me niet kwalijk dat ik u onderbreek
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский